Deze pagina is automatisch vertaald.
Onbevreesd van geest, een hartstochtelijk leider, altijd bereid om iedereen te ontmoeten en openhartig te praten, tot welk ras, welke partij of welk kamp ze ook behoren - dit beschrijft deze man van het doek, ds. Arthur Kanodereka, een nationaal bekend politicus, al 20 jaar echtgenoot van zijn vrouw Gladys, vader van hun zes kinderen en een hooggeplaatst predikant van de Methodistische Kerk.
Tijdens de 'bush war' tussen de vrijheidsstrijders en de blanke veiligheidstroepen in de aanloop naar een onafhankelijk Zimbabwe, rekruteerde Kanodereka actief jonge 'guerrillastrijders'. Hij leed samen met zijn volk. Drie keer werd hij gearresteerd, gemarteld en ondervraagd, in vruchteloze pogingen om hem aan het praten te krijgen. Hij zei: "Ik werd een zwarte nationalist die blanken haatte als de hel."
Kanodereka werd uitgenodigd op een bijeenkomst waar een blonde man de vergadering voorzat. De jongeman begon met het noemen van zijn naam,"Alec Smith" (rechtsboven). Kanodereka ging rechtop zitten. Dit was de zoon van de premier, Ian Smith, die alles belichaamde wat hij haatte. "Ik ben tot het besef gekomen," zei Alec, "dat ik persoonlijk verantwoordelijk ben voor het dilemma van mijn land. Ik was het, Alec Smith, die verantwoordelijk was, omdat mijn egoïstische levensstijl en ongevoelige houding die jongens naar de bush......... dreven. Van mijn kant heb ik veel spijt van mijn egoïstische leven in het verleden."
Dit was iets wat Kanodereka nog nooit eerder had gehoord. Hij was stomverbaasd. "Ik kreeg een visioen van wat er kon gebeuren. Ik zag Christus, de lijdende Christus, niet alleen voor zwarten of alleen voor blanken, maar voor alle mensen."
Hij realiseerde zich dat de haat die hij tegen blanken had, oversloeg op zijn familie. "Je kunt niet haat in de ene pot hebben en die niet overbrengen naar de andere pot," zei hij.
Kanodereka vocht een strijd tussen de bruggenbouwers en de bruggenbrekers. Zijn openhartigheid leverde hem wereldwijd vrienden op die hem respecteerden en van hem hielden, maar het leverde hem ook vijanden op. Hun haat tegen hem en alles waar hij voor stond, dreef hen ertoe om zijn moord te regelen in december 1978.